Tineke Veul nieuwe Master Onderwijskunde (MEd)

Op 8 augustus heeft Tineke Veul haar heel goede afstudeerwerk voor de Master Onderwijskunde met succes verdedigd. Het werk is uitgevoerd binnen de voltijd hogere beroepsopleiding (hbo) Social Work Noord (SW-N) van Hogeschool Inholland. Het thema van de afstudeeropdracht was ‘afstuderen op beroepsproducten’. De titel van het Verantwoordingsrapport luidt: ‘Samenwerken aan Betekenisvol Afstuderen’. Verbeteren van afstudeerbegeleiding bij de hogere beroepsopleiding Sociaal Werk Noord van Hogeschool Inholland’. Bijzonder aan deze afstudeeropdracht was dat het gaat over afstuderen op afstuderen, en dat NCOI-breed enkele jaren geleden het afstuderen op beroepsproducten ook centraal is komen te staan in de eindfase van de hbo-opleidingen.

Het kader van de afstudeeropdracht wordt gevormd door de wens het afstuderen van studenten beter te laten aansluiten bij de behoeften en mogelijkheden van de studenten, vragen uit de beroepspraktijk en ontwikkelingen in de samenleving. De vraag daarbij was op welke wijze het afstuderen bij de opleiding SW-N als (meer) betekenisvol kan worden ervaren.

De van het afstuderen bij de opleiding is dat studenten vrij zijn in hun keuze om een beroepsproduct te maken en dat er ruimte is om van het afstudeertraject een uitdaging te maken. Echter, studenten en docenten nemen die geboden ruimte veelal niet nemen en grijpen terug naar ‘veilige’ opdrachten en klassieke onderzoeksmethoden. Door handelingsverlegenheid en onduidelijke kaders blijven ze overwegend doen wat ze deden. De centrale vraag in het afstudeerwerk was hoe docenten van de opleiding een impuls zouden kunnen geven aan meer betekenisvol afstuderen.

De huidige situatie, de wensen en mogelijkheden van studenten en afstudeerbegeleiders zijn in kaart gebracht. Op basis van literatuuronderzoek is een overzicht gemaakt van betekenisvol afstuderen en flexibel onderwijs. De analyse is afgesloten met een inventarisatie van inhoudelijke kwaliteitseisen om te kunnen komen tot afstuderen met impact.

Deze eisen kunnen worden samengevat met toegevoegde waarde voor de student, het praktisch nut van het afstuderen, en een goede manier van begeleiden. Deze aspecten dragen ertoe bij dat de student zich succesvol gaat voelen tijdens de afstudeeropdracht. Maar ook de meerwaarde voor de beroepspraktijk (de opdrachtgever) en de opleiding en het onderzoek zijn ban belang. Samenwerking eveneens, en het bijdragen aan een hoger (maatschappelijk) doel. Dit laatste geeft een gevoel van zin aan de afstudeeropdracht.

Tijdens het afstudeerwerk heeft een aantal docenten en studenten gewerkt aan een pilot waarin een klein deel flexibel onderwijs is uitgevoerd. De ervaring is dat om tot verbetering van het afstudeertraject te komen, de professionele bekwaamheid van docenten die gebruik maken van hun praktische wijsheid en discretionaire ruimte, een essentiële rol speelt. Afstudeerbegeleiders dienen over grenzen heen te kijken, uitdagingen aan te gaan en nieuwe gebieden te verkennen en daarbij ook houvast te geven aan studenten. Dit vraagt om geïnteresseerde, inspirerende, ondernemende en coachende professionals.

Het advies op basis van deze afstudeeropdracht is het bestaande intervisietraject van afstudeerbegeleiders te verrijken met workshops over 1. afstuderen op een verbetergericht beroepsproduct en de veranderde rol van de docent die hieraan is gekoppeld; 2. het actualiseren van onderzoek-vaardigheden; 3.coaching-vaardigheden en feedbackgeletterdheid.

Gefeliciteerd Tineke Veul, en dank Martijn van Schaik voor de beoordeling.