Olivia Hönig nieuwe Master Onderwijskunde

Met trots afgestudeerd én direct van betekenis voor de praktijk!
Op 9 april heeft Olivia Hönig haar Master Onderwijskunde met succes afgerond. Haar afstudeeropdracht voerde ze uit in het Algemeen Ziekenhuis Jan Portaels in Vilvoorde, met als doel: het opzetten en testen van een duurzame inscholingsmentorenwerking voor nieuwe zorgmedewerkers.

In deze opdracht werden zowel voor de mentoren als voor de nieuwe medewerkers heldere rollen, verantwoordelijkheden en opdrachten uitgewerkt. Er is gebouwd aan een stevig fundament waarin leerleiderschap, tijd en ruimte om te leren, leerondersteuning en inter- en multidisciplinair samenwerken centraal staan.

Op basis van een helder conceptueel kader werd een ontwikkeltraject vormgegeven dat inzet op de competentieontwikkeling van mentoren. Het uitgangspunt: betere begeleiding leidt tot sterkere starters, hogere retentie en — bovenal — veilige en kwalitatieve zorg.

Tijdens het ontwerpproces is diepgaand aandacht besteed aan de visie op leren, leerprincipes, de ontwerpaanpak én het onderliggende ontwerpmodel. De mentorrol werd niet enkel theoretisch uitgewerkt, maar ook in de praktijk getest. Daarbij bleek vooral dat passende condities en ruimte voor keuze cruciaal zijn voor succesvolle uitvoering.

De impact is nu al voelbaar:

Inscholingsmentoren worden actief ondersteund in hun persoonlijke ontwikkeling via een ontwikkeltraject op maat. De eerste resultaten op het niveau van het werkgedrag van de mentor zijn veelbelovend.
Het traject is opgenomen als prioriteit in het jaaractieplan. Dit betekent dat er sinds maart 2025 intensief wordt gewerkt aan de verdere borging en doorontwikkeling.
Alle inzichten zijn gebundeld in een praktische ‘beleidstool voor een succesvolle inscholingsmentorenwerking’, die ook andere zorginstellingen inspiratie en richting kan bieden voor het uitbouwen van een kwaliteitsvolle en gedragen aanpak.

Gefeliciteerd Olivia met dit heel mooie resultaat, met fantastische doorwerking in de organisatie. Bedankt Dr. Martijn van Schaik voor de beoordeling van dit werk.